Als kind huilde ik als ik thuiskwam van scoutingkamp, een kinderfeestje, of als ik een drukke dag had gehad. Ik kon dan weinig hebben en was snel geïrriteerd. “Je bent weer moe en daar word je lastig van”, zei mijn moeder dan. Een logische verklaring denk ik, want verder merkte je aan mij als kind weinig. Ik was een soms een dromerig type en reageerde vaak niet op mijn naam, maar dat leek allemaal vrij onschuldig. Ondanks dat de leraren op school altijd zeiden dat ik nogal eens zat te staren, waren mijn cijfers op de basisschool altijd goed.
Toch was het voor mij bijna onmogelijk om me te concentreren op een vak dat me minder interesseerde. Bij geschiedenis kon ik dezelfde regel wel 10 keer lezen en dan wist ik nog niet wat er stond, terwijl ik bij wiskunde en natuurkunde alles vanzelf verwerkte. Het was voor mij alles of niets, en op de middelbare school kwam dat beeld duidelijk naar voren. Ik stak zo veel tijd in het perfect leren van de exacte vakken, dat ik het gevoel had constant achter de feiten aan te rennen. Er was geen plaats meer voor iets anders, en ik kon me ook niet concentreren op iets anders. Hoe hard ik ook probeerde in de klas, al snel dwaalden mijn gedachten af.
Omdat ik niet wist dat dit niet “normaal” was, ging ik ervan uit dat andere kinderen dit ook hadden. Toch kon ik maar niet begrijpen hoe iedereen om me heen maar alles leek te kunnen combineren: school, hobby’s, afspreken met vrienden en vriendinnen. Voor mij voelde het leven als een race.
Doordat ik mezelf had aangeleerd alles netjes op te schrijven, goed te plannen en vrij slim was, kon ik die race volhouden. Ik deed wat van me werd verwacht, en ondertussen merkte niemand iets aan me. Als ik aangaf dat ik me niet goed voelde dan werd er gezegd dat alles prima was: “Maak je toch niet zo druk, je doet het goed! Heel goed!” In mijn hoofd was er echter een chaos die ik alleen maar kon temmen door alles heel nauwkeurig en precies te blijven doen. Ik kon bijvoorbeeld uren steken in het voorbereiden van lessen op het HBO, iets waar mijn medestudenten veel minder tijd voor nodig leken te hebben. Iedereen leek relaxt, terwijl ik één brok spanning was.
Die spanning raakte ik kwijt door veel te huilen, boos te zijn, en daarna heel veel te slapen. Ik had ontzettende stemmingswisselingen, want de drukte in mijn hoofd was niet te harden. Therapeuten gaven me de diagnose borderline. Een diagnose waar ik me mee kon verenigen, aangezien ik aan veel van de kenmerken voldeed. Ondanks alle therapie bleef de chaos in mijn hoofd en waren de stemmingswisselingen blijvend.
De druk van de maatschappij werd groter toen ik eenmaal ging werken. Alle schema’s, de structuur die ik mezelf had aangeleerd, de uren die ik in werk stak, zorgden er niet meer voor dat ik de race bij kon houden. Ik ging onderuit. Keihard. Ik was bij mijn eerste burn-out 24 jaar oud.
Vanaf toen was het veel vallen en opstaan. Ik bleef tegen de lamp lopen doordat ik per se wilde en enthousiast ben, en het maar niet ging. Inmiddels ben ik 32 jaar oud en heb ik al 4 burn-outs gehad. Eigenlijk ben ik nooit hersteld van de eerste, denk ik. Na 2 jaar thuis te zitten ben ik nog steeds niet in staat om te werken; er is te veel chaos in mijn hoofd.
Er is echter iets wezenlijks veranderd in de afgelopen maanden, waardoor ik weer positief naar de toekomst kijk. Na veel verschillende therapeuten te hebben gehad, zag mijn huidige psychologe dat ik veel kenmerken heb van ADD. Ze stelde voor om me te laten testen en wat bleek: ik scoorde zeer hoog. Vanaf dat moment viel alles op zijn plaats: van hoe ik me als kind gedroeg tot hoe het nu met me gaat. Ik begrijp nu wat er met me aan de hand is, en ben begonnen met nieuwe medicatie. Nu is er meer rust in mijn hoofd, iets dat ik nog steeds niet kan geloven. Er is hoop op een betere kwaliteit van leven (meer energie), en daar ben ik blij mee. Of dat betekent dat ik straks weer kan werken weet ik niet, maar ik ben dankbaar voor alles wat het me op gaat leveren. Als ik in de middag al niet meer zou hoeven slapen, ben ik al tevreden. Vind ik het jammer dat ik niet van ADD wist als kind? Ja, maar wat heb ik daar nu aan. Ik ben blij dat ik het nu weet, want nu kan ik vooruitkijken.
Respect voor je schrijven.
Aum Shanthi
LikeLike
Dankje!
LikeGeliked door 1 persoon
Fijn dat je dit nu weet en alles op zijn plek is gevallen. 🙂
LikeLike
Dankje!!
LikeLike
Ik herken het uit mijn omgeving, zodra het duidelijk is wat je “mankeert” , in jouw geval ADD valt eindelijk alles op zijn plek. Er zijn veel mensen die dat hebben en de meesten hebben geen idee wat er aan de hand is. Dat is enorm zwaar, omdat iedereen om je heen met een natuurlijk gemak dingen doet en onderneemt en jij voelt je altijd heel gespannen en het kost ook enorm veel energie. Ik ben blij dat ze nu hebben gevonden wat er speelt en super dat je nu positiever kijkt naar de toekomst!
LikeGeliked door 1 persoon
Ohhh Dank je wat super lief dat je reageert! Echt waardeer het enorm! Ik ben heel blij met de antwoorden en kan nu verder! Xx
LikeLike